Het 30 voet brede(8,60m) en 190 voet lange stadserf 12 in park B wordt in 1614 voor f 2.830,- gekocht door de doopsgezinde koopman Jan van Alderwerelt
[1586-1636]. Zie ook Herengracht 60/64, 68 en 98. Hij draagt het erf op 13 januari 1618 over aan de koopman Adriaen Willemsz Hardebol [†1624]
George Everhard Kienek [1580-ca. 1645] die een uitgebreide handel op Rusland dreef en sinds 1619 getrouwd was met Geertruid Fenzei [1595-na 1664]. Geertruid erft het huis als weduwe en laat het na aan haar zoon Coenraet van Klenck, heer van Lohrheim en Oerssen [1628-1691] en die in 1656 trouwt met Martina Reepmaker [1631-1664] van Herengracht 123 en in 1668 hertrouwde met Judith van Son uit Rotterdam. Coenraet heeft het huis bewoond en het handelshuis van zijn vader totgrote bloei gebracht. Hij is in 1675 ambassadeur bij de Tsaar en wordt in de Zweedse rijksadel verheven en door keizer Leopold I erkend te behoren tot de adelstand des H.R. Rijks. Hij zal het pand omstreeks het midden van de eeuw hebben laten verbouwen in het grachtenboek afgebeelde vorm met een dwarsbalk en een vierassige klassicistische gevel met een door een fronton gekroonde rniddenrisaliet, doch zonder pilasters. Naast de ingang hangt een lantaarn.
In 1913 is het huis ingericht tot kantoor en magazijn voor Koperberg en Schielaar.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.